· Isabel
· 25 jaar
· Wordt gelukkig van: boeken lezen, schrijven, genieten van een lange wandeling en het gezelschap van vrienden en familie
‘De eerste keer dat ik in therapie ging was ik zes jaar.’
Mijn struggle met mijn mentale gezondheid is eigenlijk heel vroeg begonnen, als jong kind al. Op zich was ik wel een gelukkig kind, maar ik voelde mij heel gefrustreerd altijd. De eerste keer dat ik in therapie ging was op mijn zes jaar en vanaf dan ben ik heel mijn leven af en aan in therapie geweest. Ik werd vaak depressief en had woede-aanvallen. Het gevoel dat ik het leven helemaal niet aankon overspoelde mij uit het niets.
Sinds mijn 19de ben ik ook in behandeling bij een psychiater en neem ik medicatie. De weg is heel lang geweest, maar stilaan gaat het beter. Sinds een paar maanden ben ik ook terug veel stabieler en zien de komende jaren er toch al wat rooskleuriger uit.
Een staat van constante ‘overwhelm’ Als kind uitte mijn mentale strijd zich vaak fysiek: ik maakte veel koorts, maar de dokters konden nooit echt vinden waarom, want ik was niet ziek. Ook wou ik niet naar school en ben ik heel vaak afwezig geweest, gewoon omdat alles daar zo overweldigend was. Vandaag de dag krijg ik niet vaak paniek- of woedeaanvallen meer, maar val ik regelmatig gewoon even stil. Niets lukt dan nog, enkel the bare necessities zoals gaan werken bijvoorbeeld. In mijn hoofd voel ik dan pure chaos en is er teveel tegelijk aan de hand. Het beste dat ik dan kan doen is gewoon gaan slapen, want dat is de enige manier waarop ik mijn hoofd even kan uitzetten.
Zo’n periode kan een aantal weken tot maanden duren en dat gaat heel snel op en neer. Elke keer dat ik mij weer even goed voel, is het wachten tot de volgende keer dat ik opnieuw de dieperik in ga.
Het leven lukte voor andere mensen precies wel
Ik heb wel verstopt wat ik voelde. Voor mijn mama en familie niet, maar voor de rest van de buitenwereld wel. Ik had het gevoel dat ik dit moest doen omdat het bij alle anderen precies wel lukte en bij mij niet. Dan vraag je je af hoe dat komt. Toch heb ik het altijd wel proberen accepteren, al heeft dat heel lang geduurd. Een lange periode moest ik mijn depressieve periodes gewoon ‘ondergaan’. De laatste jaren is dat veranderd naar de drang om er mee te leren omgaan en toch te blijven functioneren. Gelukkig is dat langzaamaan wel gelukt.
Ook ben ik veel gaan opzoeken over hoe ik mijn situatie het best kon aanpakken, zoals bijvoorbeeld met yoga, meditatie, journaling, … Ik ben ermee aan de slag gegaan en dat heeft goed geholpen, maar uiteindelijk is het wel medicatie dat mij heeft gered.
Open conversaties
Ik wist op hele jonge leeftijd al vrij veel over mentale gezondheid. Mijn mama is therapeute en is daar altijd heel veel mee bezig geweest. Ook praat ze daar altijd heel open over met mij. Ik ben er ook van overtuigd dat wat ik heb een genetische basis heeft, lang de kant van mijn papa. Maar omdat er thuis altijd zo open over gesproken werd, was dat nooit echt een issue. Al ben ik er van overtuigd dat als er meer ruimte was voor open conversatie op plaatsen zoals school en werk, dat mij enorm zou hebben geholpen.
Ondertussen zijn meditatie en journaling mijn coping mechanismen geworden. Ik vind het fijn dat ik mijn gevoelens even kan loslaten, puur door ze op papier te zetten. Dat is heel therapeutisch, want zo zijn mijn gedachten even tastbaar geworden.
Helaas zie ik in mijn omgeving nog te veel mensen worstelen en hun problemen te hard voor zichzelf houden. Die willen met niets naar buiten komen, uit schrik. Het is door een soortgelijke situatie zelf mee te maken dat ik echt zoiets heb van ‘nee, het echt echt niet oké dat er zo’n taboe rond hangt’. Ik vind dat mentale gezondheid hetzelfde behandeld zou moeten worden als fysieke.
Dubbele gevoelens
De medicatie die ik uiteindelijk heb gekregen heeft mij ergens wel gered, ook al is mijn gevoel daarbij wel heel dubbel. Ik ga soms door fases dat ik denk: ik ga dit moeten nemen voor de rest van mijn leven en dat is oké. Maar aan de andere kant heb ik ook momenten dat ik het liefst wil afbouwen omdat ik niet heel mijn leven aan dat pilletje wil hangen. Dus op persoonlijk vlak ben ik soms verscheurd. Over medicatie in het algemeen heb ik niet echt een uitgesproken mening, behalve dat ik weet dat heel veel mensen de foute medicatie krijgen voor hun problemen. Ik heb zelf ook heel lang moeten zoeken naar de juiste psychiater die mij de juiste medicatie voorschreef. Voordien had ik van een andere psychiater al eens antidepressiva voorgeschreven gekregen, wat totaal niet werkte voor mij. Zoveel mensen vinden niet de juiste medicatie omdat er niet voldoende naar hen geluisterd wordt.
Het is elke keer goedgekomen
Ondertussen heb ik een heel sterk vertrouwen in ‘het komt allemaal wel goed’ gekregen, omdat ik al zo vaak heel diep heb gezeten. En elke keer opnieuw is dat goedgekomen.
Wanneer ik in zo’n diepe periode zit, kunnen mensen mij helpen door veel met mij te praten en veel contact op te zoeken, want zelf kan ik dat niet op zo’n moment. Ik negeer dan alles en iedereen. Forceer mij zeker niet om iets te doen waar ik op dat moment niet klaar voor ben, maar gewoon eens gaan wandelen, daar heb ik altijd wel vrij veel aan. Op dat moment heb ik echt een ‘zachte hand’ en een goed gesprek nodig.
Comments