Ik ben Elke (31) en 4 jaar geleden werd ik geconfronteerd met een burn-out, opgevolgd door een depressie. Mijn ‘cruella’ beest, zoals ik het ook wel eens noem, was al een 8-tal jaar in mijn lichaam en geest beginnen wroeten, om dan, 4 jaar geleden, zonder genade uit te barsten. Het is niet gemakkelijk om mijn verhaal te delen, ik herbeleef bepaalde trauma’s dan weer sterk, maar ik besloot om dit toch te doen omdat ik er misschien iemand anders mee kan helpen, iemand mee kan laten weten dat je niet alleen bent. Een persoonlijk verhaal de wereld in sturen, zonder dat je daarbij een veralgemening wordt van het ziektebeeld ‘burn-out’ en ‘depressie’.
(Studie)keuzes keuzes keuzes
Toen ik na het middelbaar een studiekeuze moest maken, koos ik voor Communicatiewetenschappen. Ik voelde me veel te jong om die keuze te maken. Wist ik veel wat ik ‘later’ wou doen als beroep. Ik ben communicatief, praat graag en had een interesse in marketing. Rationeel bekeken was mijn keuze dus heel logisch. Maar het voelde niet goed, het voelde meer aan als ‘volgens mijn punten zal ik hier goed in zijn, dus ik zal dat dan doen’. Ik negeerde mijn gevoel of intuïtie compleet.
Tijdens mijn studies haalde ik goede punten. Ik zei bij mezelf dat ik dat slechte gevoel moest negeren, dat ik moest doordoen want alles wees op ‘succes’ en ‘slagen’. Ik wou ook bewijzen aan de buitenwereld dat iemand ‘uit de vuilbak van het middelbaar’ (ik was regelmatig in situaties terechtgekomen waar men neerkeek op mijn Economie-Moderne Talen studies) een universitaire studie met glans kon afleggen. Na mijn studies ben ik nog een extra jaar gaan studeren in Brussel, omdat een vriendin van mij dat ook ging doen én omdat ik de confrontatie met het bedrijfsleven wou uitstellen want die zou mijn slecht gevoel wel eens kunnen bevestigen. Deze extra studie zou me helpen onderscheiden van de vele gelijkaardige profielen waartegen ik het zou moeten opnemen voor het vinden van een job. Mijn ratio zei dat ik goed bezig was dus bleef ik krampachtig mijn gevoel negeren.
‘Uw papa is weg.’
In mijn tweede jaar zat ik in de les en kreeg ik een berichtje van mijn tante dat mijn papa weg was en dat ik naar mijn kot moest komen, want dat ze mij en mijn grote zus (waarmee ik op kot zat) ging komen halen om dan naar mijn mama toe te gaan. Ik was volledig in shock, verdoofd. Ik weet dus niet zo heel veel meer van die periode. Ik weet wel nog dat ik in een soort van overlevingsmodus ging: ok, mijn ouders gaan scheiden, mijn mama is een emotioneel wrak, we hebben al problemen genoeg dus ik moet doorzetten, ik moet zien dat ik slaag voor mijn jaar. Ik had ook enorm veel steun van een vriendin die me rechthield. Ik stortte mij volledig op mijn studies, we probeerden mama te ondersteunen door te luisteren, haar op te vangen. Wij zaten op kot dus in het begin konden we dit goed volhouden omdat het enkel in het weekend was dat we extra hard geconfronteerd werden met de werkelijkheid. Daar kwam dan nog bij dat ik tijdens de examenperiode van dat jaar een bolletje in mijn borst ontdekt had, waardoor ik verschillende onderzoeken moest ondergaan en uiteindelijk geopereerd werd. Ik hield me sterk en zette door maar ik voelde dat alles emotioneel begon te wegen. Ik leerde mijn huidige man kort daarna kennen. Door hem en door de steun van enkele vrienden en zussen hield ik vol.
Ik behaalde mijn diploma en startte aan het extra jaar in Brussel. Ik zat niet meer op kot, dus elke dag ging ik naar huis na de lessen. Die periode was zwaar omdat ik alleen met mijn mama was en ik altijd naar haar wou luisteren en haar wou helpen (ook al voelde ik mij machteloos). Mijn mama was heel emotioneel en ik had dag in dag uit te maken met haar gevoelens. Ik moest een beetje mama zijn voor mijn eigen mama. Ik vertelde alles aan mijn lief, maar wou mijn zussen, mijn tantes en vrienden hier niet te veel mee lastigvallen.
Mensen moeten zich geen zorgen maken
Uiteraard heb ik de grote lijnen aan mijn vrienden en familie verteld maar nooit heel uitgebreid. Ik ben altijd een vrolijk persoon geweest en ik misbruikte mijn humor door wel iets te vertellen over mijn problemen maar daar dan lacherig over te doen zodat anderen zich niet te veel zorgen moesten maken. Mijn vrienden gingen vaak uit maar ik bleef liever thuis met mijn lief omdat ik mij niet goed voelde, omdat ik niet alles vertelde en daardoor lastig had om mij op mijn gemak te voelen of mezelf te zijn. Ik sloot me op met mijn problemen. Ik begon zelfs angst te krijgen om naar feestjes te gaan.
Ondertussen nam ik een job aan waarvan ik ze eigenlijk totaal niet wou doen, maar het was een job met een vast contract, sloot perfect aan bij mijn studies en ik mocht er beginnen dus waarom zou je dat dan niet doen? Ik voelde me enorm onzeker, het was ook een start-up omgeving dus ik werd niet opgevangen door collega’s. Door alle problemen thuis reageerde ik snel emotioneel in situaties en trok ik mij alles heel hard aan. Ik begon af te vallen en paniekaanvallen te krijgen. Ik was constant moe. Mijn eerste kennismaking met een paniekaanval ga ik niet snel vergeten. Ik herinner mij dat mijn oudste zus bij mama op bezoek was en dat ik ergens een heel emotionele reactie op had. Ik ben al wenend naar boven gelopen, wat niet van mijn gewoonte is. Mijn grote zus is mij achterna gekomen en ik wist niet wat er aan de hand was, ik was helemaal aan het trillen. Het leek of ik geen lucht kreeg. De spieren in mijn lichaam hadden rare stuiptrekkingen. Ik had, sinds die belevenis, schrik om naar de cinema, grote ruimten of onbekende omgevingen te gaan omdat ik vreesde voor een paniekaanval. Ik kreeg angst voor zaken die normaal leuk of ontspannend moesten zijn.
Chronische stress zocht zijn weg naar buiten
Ik besloot om naar een psycholoog te gaan maar het was wel een tijdje zoeken totdat ik iemand had gevonden waarmee het klikte. Naast paniekaanvallen zocht mijn lichaam ook andere manieren om die stress “weg te krijgen”. Ik begon haartjes uit mijn eigen hoofd uit te trekken. Trichotillomanie, een psychologische aandoening zoals nagelbijten. Ik kan mij geen bewust moment herinneren dat ik daarmee gestart ben, dat is heel onbewust gebeurd. Totdat ik dat begon op te merken nadat ik mijn haar had gewassen. Ik durfde niet meer naar de kapper te gaan en legde mijn haar anders om het te verbergen. Ik vertelde het aan niemand, behalve aan mijn kleine zus die het probleem kende van bij een kennis. Ik schaamde me enorm. Ik vertelde het zelfs niet aan mijn eigen lief. Ik vond dat precies een teken van ‘zot zijn’, wie trekt er nu haar uit haar eigen hoofd? Uiteraard werd dat erger en erger en had ik meer moeite met het te verstoppen. Niemand heeft dat eigenlijk ooit gemerkt aan mij, tot ik er zelf een tijdje geleden stap voor stap over ben beginnen praten. Ik wist niet zeker of ik het hier zou delen, maar besloot om het toch te doen.
Gewoon doordoen
Ondertussen bleef de situatie zowat hetzelfde. De sessies bij de psycholoog hielpen me niet echt. Ik heb ook ademhalingstherapie gevolgd bij een kinesitherapeut om me te helpen bij die paniekaanvallen. Die kreeg ik dan wel onder controle dankzij die oefeningen. Ik deed verschillende nieuwe jobs, want ik wou niet aanvaarden dat marketing in het bedrijfsleven niets voor mij was. Ik zette door op alle vlakken. Op mijn laatste job kwam ik in een situatie terecht waarbij onverwacht veel verantwoordelijkheid op mij werd afgeschoven en de onderlinge relaties tussen mijn collega’s toxisch waren. De werksituatie werd zowel inhoudelijk als menselijk niet meer houdbaar. Maar ik deed door want wat moest ik anders doen? Ik zag geen andere uitweg.
Altijd maar paniek
Met mijn gezondheid ging het van slecht naar slechter. De paniekopwellingen kwamen heviger terug. Ik merkte dat de paniek en stress niet meer uit mijn lijf gingen. Dat gevoel kan ik het best omschrijven als dat wat je ervaart als je nét op tijd gestopt bent voordat een auto je zou overrijden. Dat gierde heel de tijd door mijn lichaam, elke dag. Mijn arm,- been en borstspieren deden pijn omdat die constant gespannen stonden. Ik zat op mijn werk als een verwelkt bloempje. Ik weet nog goed dat ik bij een collega zat die op verlof ging en mij zaken wou uitleggen die ik moest doen als ze er niet was, maar ik was precies niet daar, ik hoorde niet wat ze tegen mij zei, alsof ik in een shock zat. Ik ben naar het toilet moeten vluchten waar ik mezelf gekalmeerd heb met ademhalingsoefeningen. Het maakte echter niet veel uit. Later die dag, tijdens een vergadering met een collega, voelde ik ineens een deel van mijn tong niet. Ik panikeerde, kreeg een zware paniekaanval, voelde mijn linkerarm niet meer. Er waren precies delen verlamd. Achteraf bekeken denk ik dat dit één grote fysieke uitbarsting was van mezelf al die jaren mentaal verwaarloosd te hebben. Mijn collega heeft mij dan naar de dokter gebracht en ondertussen zijn we vier jaar verder.
Actie ondernemen
Na een paar maanden niets meer kunnen, zocht ik een nieuwe psycholoog op. Ik kreeg ook medicatie, iets om te slapen en antidepressiva. Ik denk dat het anderhalf jaar geduurd heeft tot ik een medicatie had die goed voor mij werkte. Het duurde even lang voor ik mij een beetje beter voelde. Ik heb ook een goed gesprek gehad met mijn mama. Dat was zwaar en moeilijk, maar mijn zussen waren daar ter ondersteuning. Ze schrok enorm van mijn verhaal. Dit zal voor haar ook niet makkelijk geweest zijn. De relatie met mijn mama is nu veel beter, ze leunt ook minder op mij dan vroeger.
Ik was altijd al een doorzetter dus zodra dat ik voelde dat ik iets meer aankon zocht ik een loopbaancoach om een nieuwe professionele weg uit te zoeken. Vaak nam ik te snel te veel hooi op mijn vork in mijn genezingsproces. Het ‘voordeel’ bij mij is dat ik stress heel fysiek voel en dus snel gedwongen word om stappen terug te nemen. Vroeger voelde ik dat ook maar mijn lichaam en geest hadden toen nog de veerkracht om door te doen. Die veerkracht is bijna volledig weg nu. Ik heb geen ‘reservemotor’ meer. Ik vind dit heel confronterend. Het blijft tot op vandaag moeilijk om te aanvaarden dat ik moet doseren in alles wat ik doe.
Elke maakt fleurig
Nadat die eerste maanden van niets kunnen voorbij waren, begon ik terug te tekenen, iets wat ik voor mijn hogere studies heel veel deed. En ik tekende altijd bloemen. Ik begon meer in de natuur te vertoeven, werd me precies weer bewust van mijn omgeving. Ik kocht vaak bloemen en begon ze zelf te schikken. Ik voelde dat dit goed zat, dat dit misschien een weg kon zijn voor mij. Geleidelijk aan en met behulp van de loopbaancoach is daar ‘Elke maakt fleurig’ uit ontstaan. Ik gooide wat dingen online en daar kwamen toffe reacties op. Na een tijdje merkte ik dat ik er energie van kreeg, wat voor mij heel bizar was, want ik had nooit energie gekregen van mijn werk. Ik snap nu waarom mensen zeggen dat ze graag naar hun werk gaan :)
Trust the process
Ik heb heel veel dingen geleerd in mijn ‘genezingsproces’ maar wat voor mezelf (en misschien daarom ook voor iemand anders) een hele belangrijke stap vooruit was is het geloof of het vertrouwen hebben in het genezingsproces. Ik was altijd iemand dat alles gepland moest hebben staan en actie wou ondernemen. Zo wilde ik vrij snel na mijn uitvallen met de huisarts bekijken wat ik allemaal als stappen kon ondernemen en was ik ongeduldig dat ‘mij beter voelen’ zo lang duurde. Je moet jezelf echt tijd geven. Je zal aanvoelen wanneer het tijd is voor bepaalde volgende stappen. Trust the process, blijf positief, volg uw gevoel en intuïtie en ik geloof dat dan alles goed komt.
Comentarios